Maar zeer subtiel werd dat imitatiegedrag bijgestuurd. Jij moest maar niet teveel met de poppen gaan spelen, bijvoorbeeld. Hier is een blokkendoos, mijn engeltje.....Kleuter zijn betekent onder andere dat je meer interactie hebt met andere kinderen, je leert samen spelen, je leert je eerste gedragsregels, een tipje van de sluier van de maatschappij wordt opgelicht. Opeens wordt je, subtiel, opgedeeld in twee soorten kindjes. Je hebt meisjes en je hebt jongentjes. Jij hoort bij de jongentjes, schat. Maar ik lijk toch niet erg op die andere kindjes die ook bij de jongentjes horen ? Jaa, ik heb ook wel zo'n plassertje, maar die andere jongentjes zijn zo ruw, zo wild, zo brutaal. Zij willen altijd andere spelletjes spelen dan ik. Ik speel liever met die anderen, hoor, de meisjes. En ik vind hun kleertjes ook mooier, maar als ik dat aan mijn mama zeg, schudt ze alleen haar hoofd, in het beste geval met een meewarige flauwe glimlach, aait me over de bol, en haalt een nieuw broekje uit de kast.
Dan komt de dag dat je naar de grotere school moet. De dingen worden serieus nu, meer leren, minder spelen. En wanneer er gespeeld wordt, is het veelal voetbal of andere ruwe en wilde dingen. Je speelt mee, omdat je vriendjes dat ook doen. Alleen krijg je die indruk dat zij het liever doen dan jij. Dat maakt je soms toch een beetje triest.
Hoe meer je opgroeit, hoe hoger de verwachtingen van je omgeving blijken te worden. En het ergste is, de dingen die jij echt wil, blijken niet te kunnen, men geeft je te kennen dat die niet zo goed, niet zo leuk zijn, of zelfs niet mogen. Soms zie je rare gezichten wanneer je sommige van je gevoelens kenbaar maakt. Je bent niet langer het kindje dat gekoesterd wordt, je wordt geboetseerd in het produkt van de dromen van je ouders. En je vindt dat niet altijd even leuk meer. Maar je past je aan, al voel je dat de aandacht die anderen voor jou hebben lang niet meer zo warm en oprecht is als vroeger. Je speelt wel met je vriendjes, maar je bent niet dezelfde ; je hoort er wel bij, maar zij zijn toch anders. Je observeert veel, je leert uit hun gedragingen, uit hun reacties, uit hun interesses wat er nodig is om aan de verwachtingen te voldoen. Je leven verwordt heel sluipend in één lange test, examen om een goed jongentje te zijn.
En dan is er daar die andere kwestie, waarover je absoluut met niemand durft te praten. Je zou eigenlijk best graag wel eens een meisje willen zijn. Stiekem wil je je best wel eens kleden als een meisje. Stel je voor dat je vriendjes dat zouden te weten komen. Een verschrikkelijke gedachte; je zou al je moeite om erbij te horen in rook zien opgaan. Neen, dit mag niemand ooit weten. Maar je hoopt nog eens die droom te kunnen hebben, waarin je de volgende dag wakker wordt als meisje, en al die dingen kan doen die nu niet kunnen en mogen. Het is nooit uitgesproken, maar je wéét gewoon dat het niet mag.Je geraakt een beetje in jezelf gekeerd, je doet je best op school, je probeert mama's lieveling te blijven.
En dan komt het moment dat je op korte tijd hele grote veranderingen begint door te maken. Puberteit ! Wat een verschrikking. Je krijgt overal haar, je stem slaat om, je weet met je houding geen blijf, je bent niet langer kind, kortom. Je vrienden beginnen nu echt heel raar te doen, het worden buitenaardse wezens voor jou. Je vriendinnetjes durf je nog nauwelijks aan te spreken, en wat erger is, je vriendjes beginnen hen op te eisen. Hun protserige gedrag blijkt zelfs aan te slaan bij de meesten van hen. Je voelt wel dat ze jou nog warme gevoelens toedragen, maar ze mogen het ook niet echt meer tonen, zij ook moeten aan verwachtingen van hun omgeving voldoen, die ongeschreven regels van onze maatschappij, van sociaal gedrag.
En opeens zijn ze daar. Tadaaa....sexuele gevoelens. Hier wordt je controle-centrum omgeschakeld van je hersenen naar je geslachtsdelen, als het ware. Niks aan de hand, al je vriendjes en vriendinnetjes maken iets gelijkaardigs door. Alleen.....Waarom wordt ik zo opgewonden als ik mij inbeeld dat ik een meisje ben, dat ik meisjeskleren draag, of wanneer ik ze stiekem draag ? Indien een "gewone" puber al schuldgevoelens heeft rond zijn prille sexuele gedrag, dan sleep jij een loodzware last mee, een schuldgevoel en een schaamte die stilaan een steeds groter deel van je leven gaat overheersen. Ik ben slecht. Ik ben abnormaal. De anderen zijn beter dan ik, zij doen zulke vieze vreselijke dingen niet, ik kan me niet beheersen, ik ben te zwak, ik ben een viezerik.
De volgende grote horde in je leven is blijkbaar een liefje te hebben. Verwachtingspatroon, weetjewel. Al blijkt dat niet zo makkelijk als je vorige uitdagingen. Wanneer je met de meisjes praat vinden ze je wel leuk als vriend, maar bij de andere jongens gaan ze anders gaan reageren, ze gaan flirten, vrijen. Bij jou blijkt dat niet zo te werken. Jij blijkt niet dezelfde uitwerking te hebben op meisjes. Effe rondkijken, dus, wat doen de anderen ?
Hier leer je dus hoe je een macho kan zijn. Ga wilde, gevaarlijke en vooral domme dingen doen. Maak indruk. Je houding is je leven. Ook al voel je die innerlijke spanning, dat je innerlijke wezen en je uiterlijke houding je uitwringen als een dweil. Okee, je kan nu wel een beetje een meisje versieren, maar maatschappelijk brengt het je wel in problemen : alle andere mensen, buiten je vriendenkring, vinden het niet leuk dat je zo veranderd bent. Waar is die zachte persoon naartoe ? Je stoot hen van je weg, zij bedreigen je imago tenslotte, dat je zo moeizaam hebt opgebouwd.
Uiteindelijk vind je een partner, iemand bij wie je je goedvoelt, al wringt het ergens wel. Je respecteert je partner, je houdt van haar, maar er blijft dat grote geheim, dat stilaan terug aan belang wint in je leven. Je zou haar graag deelgenoot maken van dat geheim, maar je bent zo bang. Bang dat ze je nooit meer zal willen zien. Ze heeft tenslotte ook een verwachtingspatroon, en je hebt geleerd om hieraan steeds te voldoen. Wat jij wil is tenslotte toch steeds pervers, verkeerd, uitgesloten, anders dan de anderen. Ik zal me maar houden aan de verwachtingen van anderen, denk je dan. Het zal vanzelf wel overgaan, denk je dan. Als ik maar genoeg van mijn partner hou, als we een goede sexuele relatie kunnen hebben zal ik al dat gedoe niet meer nodig hebben.
Dan trouw je of ga je samenwonen, en hier wordt de doos van Pandora pas goed opengegooid. Opeens bevind je je in een huis met meer vrouwenspullen dan je ooit bij mekaar zag, en je hebt bij gelegenheid zelfs de privacy om ermee te stoeien. Je laat je soms eens goed gaan, om met evenveel overtuiging op andere momenten het hele gedoe duurzaam af te zweren.
Maar het gaat niet over..... Je hoorde wel eens over mensen die van geslacht veranderen, maar op één of andere manier schrikt die gedachte je toch af. Zo ver hoeft het nou toch ook niet te gaan. Of wel ? Kan je leven zonder sex, zonder vrouw, zonder alles wat je nou net hebt opgebouwd ?
Overmorgen heb ik mijn intake gesprek bij de psych van het genderteam in het UZ te Gent en ik wordt nu al knetter van de zenuwen en de vragen die ik allemaal heb naar de toekomst toe.
Eleen